• Artikel uit Lamberty

  • De kunstenares Janina Lamberty werkte vroeger als landmeetkundige, en deze ervaringen met het professionele veld van de geodesie hebben ook een effect op haar artistieke en creatieve werk vandaag.

    Het observeren van de natuur en het meten van verschijnselen en processen in de natuur is een existentieel belangrijke noodzaak die inherent is aan de antropologische basisstructuur van de mens: zo was het observeren van naderende weersveranderingen al een uiterst belangrijk proces voor de paleontologische jager-verzamelaarsculturen, en nog meer voor de latere sedentaire landbouwculturen.

    Zonder astronomische kennis zouden de Phoeniciërs niet in staat zijn geweest zeereizen te ondernemen, waarvan de omvang verbazingwekkend lijkt vanuit het huidige perspectief. Om te meten heeft men over het algemeen referentiepunten en schalen nodig, d.w.z. men heeft vergelijkende referenties nodig. In het geval van hoogtemeting is dit de hoogte van het zeeniveau, het normale nulpunt. In de esthetica van de oudheid vinden we dan een idealisering van het afgemetene, het "even", en bijbehorende filosofische rechtvaardigingen. Zo duidt de Oudgriekse term sophrosyne (ziel, eigenlijk "gezondheid van het middenrif") op een innerlijke kwaliteit van matiging, d.w.z. de "gulden middenweg" tussen soberheid en toegeeflijkheid, tussen genot en ascese, tussen verkwisting en vrekkigheid.... Wat zich vervolgens uitkristalliseerde uit dit voortdurende verlangen om de "juiste maat" te vinden in de geschiedenis van de esthetica en de kunstgeschiedenis door de eeuwen heen in termen van opvattingen over harmonie, is nog steeds van betekenis voor de kunst en de conceptuele ontwerpbenaderingen van Janina Lamberty in onze dagen.